dinsdag 14 juni 2016

Kinderen op dierenreis

Hafsa: Wij zijn naar het dierenasiel gegaan.

Naz: De kinderen vonden het heel leuk.



Mehmet Ö.: We zijn met 16 kindjes naar het dierenasiel gegaan. We hebben honden en katten gezien. De poes hebben we mogen aaien. Er waren 70 poezen.

Adem: We hebben kadootjes gegeven aan de dieren. Dat vonden we heel leuk.

Naz: We hebben de kadootjes gegeven omdat we de dieren eten wilden geven.


Marwa: We moesten heel flink zijn zodat we de diertjes niet bang maakten.



Zeynep: We hebben geleerd dat een dier een chip heeft in zijn nek. Dan ken je zijn naam en wie zijn baas is. Dat is handig voor als het diertje kwijt is.



Ismailmert: De hondjes en de katjes zijn echt schattig. We mogen ze aaien.

Mehmet Ö.: We hebben ook honden leren aanraken. Er was ook een hond van meer dan 10 jaar.





Adem: Deze hond was ziek. Hij had een kap op. Dan kon hij niet aan zijn buikje likken.


Hier gaan we naar de dierenwinkel.





Mehmet Ö.: We hebben konijntjes gezien.


Zeynep: De meneer van de dierenwinkel heeft het konijn uit het hok gehaald. De meisjes zaten bij de meisjes en de jongens bij de jongens. Anders komen er teveel baby's.
Ik heb hem opgepakt en op mijn schootje genomen. Hij krabde wel en dat deed een beetje pijn.


Ismailmert: We hebben visjes gezien.

Romaisa: We hebben Spongebob en Patrick gezien.


Mehmet Ö.: Er waren krokodillen, maar dat waren geen echte. Er kwamen bubbeltjes uit zijn hoofd.

Mehmet A.: De visjes hadden heel veel kleuren en er waren ook heel kleintjes.


Fatih: De visjes waren heel mooi. Het waren er heel veel.

We kregen ballonnen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten